
Streep door voorrang statushouders
Mona Keijzer: ’Als Nederlandse starter rond de 30 word je ingehaald door een 20-jarige uit Syrië voor een sociale huurwoning, mensen trekken dit niet meer’
Den Haag– Het voorstel om een einde te maken aan de voorrang voor statushouders kan rekenen op kritiek van onder meer gemeenten en woningcorporaties. Maar demissionair BBB-minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) wil er mee door. Volgens haar is er sprake van ’normaliseren’ en het bieden van gelijke kansen aan iedereen.
Leon Brandsema, Veerle Contant
21:00 uur | 20 juni 2025
Een probleem met huizen vinden voor de statushouders hoopt Mona Keijzer op te lossen door financiële regelingen aan elkaar te verknopen en gemengde ’opstartlocaties’ te maken waar ook studenten, starters en spoedzoekers terechtkunnen.
Even wennen voor Mona Keijzer
Het is nog even wennen voor Keijzer, de woonminister die na de kabinetsval ook een deel van het ministerie van Asiel en Migratie onder haar hoede heeft gekregen. Geflankeerd door twee woordvoerders van beide departementen en met een stapel papieren voor haar neus, kijkt ze af en toe even van links naar rechts: bij wie van de twee moet ze zijn?
Het plan dat Keijzer vrijdag naar de Raad van State stuurde, ligt op het snijvlak van beide ministeries. Het schrappen van de voorrang voor statushouders bij het vinden van een woning kan er namelijk voor zorgen dat de asielzoekerscentra nog voller raken. Daar zitten momenteel al relatief veel statushouders in die geen woning kunnen vinden. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vreest dat dat verergert.
’Huidige systeem gaat ook niet’
„Maar die houden zichzelf nu ook niet aan de taakstelling om statushouders te huisvesten”, slaat Keijzer terug. „Degene met de grootste woorden houden zich daar niet aan, dus dat geeft maar aan hoe het huidige systeem vastgelopen is. Dat zeg ik soms ook tegen bestuurders: ik snap dat het nieuw is en dat je eraan moet wennen. Maar het huidige systeem gaat ook niet dus we moeten dit echt anders gaan organiseren.”Mona Keijzer: geen voorrang meer voor statushouder op sociale huurwoning, wel speciale ’opstartlocaties’
De woon/asielminister ziet haar plan als ’normaliseren’. „Dus het gelijktrekken in behandeling. Wanneer je als Nederlandse starter rond de 30 jaar zo’n beetje aan de beurt bent voor een sociale huurwoning, word je links en rechts ingehaald door een 20-jarige uit Syrië. Mensen trekken dat niet meer. Dat normaliseren zit er dus in: hoe wonen twintigers en dertigers in Nederland? Nou, die delen woningen, wonen bij familie, bij een hospita, wonen op het bedrijf waar ze werken, die regelen het zelf. Ik vind dat we op dezelfde manier moeten gaan werken bij statushouders.”
We hoeven ze niet te veel bij het handje te nemen, zegt u eigenlijk?
„Nee, dat klopt. Dat doen we met Nederlandse twintigers ook niet. En ik zeg er nadrukkelijk even bij: ongeacht hun huidskleur of het geloof dat ze aanhangen, want daar gaat het niet om. Maar de gewone twintiger moet ook zijn best doen in Nederland om een plekje te vinden. Statushouders moeten dat op dezelfde manier gaan doen.”
Maar hoe gaat u regelen dat statushouders dan wel een plek vinden en de azc’s niet overvol raken?
„Ik ben aan het kijken hoe kunnen we alle verschillende financiële regelingen gaan samenvoegen. Er zijn afzonderlijke regelingen voor boten, hotels, doorstroomlocaties, flexwoningen, woningdelen, waardoor het voor gemeentes ook ingewikkeld is. Als een gemeentebestuurder naar een wijk toe gaat en zegt: Nou, ik heb geld voor doorstroomlocaties en ik wil bij u dertig woningen voor doorstroomlocaties neerzetten en u krijgt dertig alleenreizende Syrische statushouders. Dan zegt de buurt: ik weet niet of wij daar blij mee zijn.”Deel1010
„Als je het combineert met statushouders, spoedzoekers, Oekraïners, starters, studenten: dan zal de acceptatie in de wijk gewoon veel beter zijn. En het is ook nog eens goed voor de integratie. Want hoe leer je de Nederlandse taal en Nederlandse gebruiken? Door in de Nederlandse samenleving te wonen en te werken.”
We zien u soms wat heen en weer kijken tussen uw woordvoerders. Met wie zitten we hier nu eigenlijk?
„Met Mona Keijzer.”
De minister van Volkshuisvesting of voor Asiel en Migratie?
„Als het gaat over het wetsvoorstel verbod op voorrang voor statushouders met de minister van Volkshuisvesting, want dat deed ik al. Daar waar het gaat over het samenhangend pakket, ook nog. Want dat deed ik samen met Marjolein Faber. Alleen de huisvesting is nu van mij geworden.”
Gaat dit wel werken? Er wordt een gigantische takenlijst verdeeld over drie mensen.
„Zeker. Dat geeft alleen maar aan dat één minister het er niet bij had kunnen hebben.”
Tenzij er één nieuwe minister was gekomen.
„Ja, maar we wilden ook terug in het aantal ministers. Het waren negen PVV-bewindspersonen. Als je vindt dat de ambtelijke organisatie moet slinken, moet je ook naar je eigen toko kijken. Dat was een van de eerste dingen waar we het over eens waren.”
„Als je vindt dat de ambtelijke organisatie moet slinken, moet je ook naar je eigen toko kijken”
Mona Keijzer
Minister Volkshuisvesting (BBB)
Bij de oprichting van het kabinet kwamen er juist extra ministeries bij.
„Maar dat waren vier partijen.”
Het was wel hetzelfde kabinet met dezelfde wensen voor het ambtelijk apparaat.
„Klopt, maar we zijn nu demissionair. Omdat het nog maar een korte termijn is, naar verwachting, wilden we in ieder geval met minder bewindspersonen toe. We zijn erop vooruitgegaan.”
Is het dan makkelijker dat u dit dossier van de statushouders alleen doet?
„Het feit is wel: dat hoef ik niet meer af te stemmen met Marjolein Faber.”
Is dat een opluchting?
„Nee, ik vind het nog steeds heel jammer dat het kabinet is gevallen.”
Mist u Marjolein Faber?
„Ja, het is gewoon een leuk mens.”
Bron: De Telegraaf